vrijdag 1 november 2013

1925: Onveilig begin als rode garnaal: eerste traumatische ervaring

Mijn moeder kon slecht tegen het tropische klimaat in Bandung. Terwijl ze de pianopartij speelde in een Klavierkwartet van Mozart, begonnen de weeën. Een half uur later kwam ik ter wereld met het strijktrio Co Thijsse, Jaap Kunst en vader Damsté als getuigen.
 Helaas was ik genetisch ook niet aangepast aan het klimaat en aan de voeding. Ik ontwikkelde een roodheid (erytheem) dat overging in een heftig eczeem, waardoor drie weken lang iedere aanraking onaangenaam en pijnlijk was. Voorzover mijn gestel nog herinnering bewaart aan die tijd, denkt het daaraan terug met afkeer.

In mijn tweede levensjaar verhuisden we naar Nederland. Aan boord van de Prins der Nederlanden was ik gefascineerd door de klanken van het salonorkestje. Er bestaat een foto van een kleine Helbert die in trance, aan de grond genageld, naar de muziek staat te luisteren. Omdat er thuis dagelijks muziek werd gemaakt, ben ik opgegroeid in een klankwereld van kamermuziek, vanaf 1924 (toen nog in utero) tot 1945, waarna ik zelf als cellist in allerlei ensembles heb gespeeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten