maandag 27 april 2015

VOOR ZELFVERDEDIGING OP BOKSLES

Ik zal vijftien jaar zijn geweest toen mijn vader oordeelde dat het goed voor me zou zijn op boksles te gaan. Hij had dat zelf in zijn studententijd gedaan, en ik voelde er wel voor omdat ik boeken vam Toepoel over zelfverdediging had gelezen. Nu was het wel zo dat mijn vader een forse athletisch gebouwde man was, terwijl ik meer het lichtgewicht endo-ectomorfe type van mijn moeder had geërfd.
Wekelijks begaf ik me naar sportschool Hellemond aan de Zonnelaan in Hilversum. Daar mochten we onze linkse en rechtse direkten, hoeken en swings uitproberen op de jongere broer van de sportschoolhouder, die als boksprof werd opgeleid.
Enige jaren later werd een beroep op me gedaan om het Utrechts Studenten Corps te vertegenwoordigen en in de ring te staan tijdens een Interacademiale Sportdag te Wageningen. Onze voorbereiding was wel erg summier geweest, en mijn tegenstander was een meedogenloze vechtersbaas, De eerste ronde was nog maar juist begonnen of mijn coach wierp de handdoek al in de ring. Dat heeft gemaakt dat ik er zonder letsel van af ben gekomen. Toch is het in mijn latere leven wel eens handig gebleken als ik terloops kon opmerken geselecteerd te zijn geweest voor het nationale studentenkampioenschap boksen .

zaterdag 25 april 2015

DE FRANSE TAAL IN NEDERLAND

Voor mijn kennis van de Franse taal is de grondslag gelegd in de zesde klas van de lagere school, en de daarop volgende zes jaren op het Hilversums Gymnasium.
Wat ook geholpen heeft is dat ik rond mijn 14e in het bezit kwam van een honderden pagina's dikke catalogus van de Manufacture Francaise d' Armes et Cycles, een groot warenhuis in St Étienne. Daarin stonden tienduizenden gravures van de aangeboden artikelen en bij iedere tekening beschreef een tekst het uiterlijk, de kleur en het gewicht van het voorwerp en het gebruik ervan. Door erin te bladeren heb ik in de loop van jaren een woordenschat verworven op alle gebieden van het dagelijks leven.
In de oorlogsjaren is dit prachtige leerboek opgeofferd, wegens het nijpend gebrek aan WC-papier: de dunne gladde bladzijden hadden verre de voorkeur boven het stugge papier van verknipte kranten. Een bijkomend voordeel was dat iedere pagina die geofferd werd, eerst nog intensief bestudeerd kon worden in de rust en afzondering van het kleine kamertje.
Ik heb altijd toegang gehad tot franse lectuur in de bibliotheek van mijn ouders en de openbare uitleenbibliotheek. Arséne Lupin was bij mij en mijn zussen zeer in trek. Gewend als ik was aan het lezen van franse lectuur, kwam het mij tijdens de medische studie goed uit dat de hoogleraar psychiatrie, prof. Rümke, ons sterk aanraadde gebundeld werk te lezen van de franse filosoof-columnist Alain. Zijn "Propos sur le bonheur" en "Entretiens au bord de la mer" zijn altijd met me meegereisd.
Met zo'n verleden is het niet verwonderlijk dat ik opeens de wens voelde opkomen om weer eens franse lectuur te lezen. Gelukkig hebben we in onze huidige woonplaats Zeist de heel grote boekwinkel van Kramer en Van Doorn. Ik dacht daar wel een hele of halve kast aan te treffen met franse literatuur. Maar er was niets, geen enkel werk in de franse taal. En dat terwijl het dorp en de omgeving het stempel dragen van de episode van Napoleontisch bestuur dat hier twee eeuwen geleden is geweest. Verbijsterend.
De Openbare Bibliotheek heeft de eer van Zeist gered met een twintigtal franse boeken om uit te lenen; gelukkig, ik kan weer voort. En gelukkig zijn hier en daar nog afdelingen van de Alliance Francaise actief.